Main menu:
Multimedia > Gatenteksten Mavo > Module 7
Hoofdstuk 1, Nederland 1900-1914
Werken en leven / bestuur en cultuur / historische personen
Rond 1900 was er in Europa sprake van een sterke industrialisatie. De welvaart steeg en veel Europese landen voerden een imperialistische politiek (men streefde naar het bezit van koloniλn) voor de groeiende industrie moesten namelijk grondstoffen en
.gebieden gevonden worden. E
Niet iedereen profiteerde trouwens van de gestegen welvaart. Zeker in het begin betekende de opkomst van de fabrieken een verslechtering van de leef- en werkomstandigheden van de arme Nederlanders. Langzaam wisten de arbeiders echter hun situatie te verbeteren. Vooral door oprichting van v
n kwamen de arbeiders rond 1900 veel sterker te staan. E
Maar hun invloed werd pas echt groter toen ze met een arbeiderspartij zoals de SDAP (S
.
.D
....A
..
..
.P.
..) ook echt mee mochten gaan doen aan de verkiezingen. E E E E
Bijna geheel West- en Midden-Europa had in maart 1848 met revoluties te maken. In Frankrijk werd de koning afgezet en ook onze Koning Willem II (die tot dan toe zijn macht niet had willen afstaan) vreesde voor zijn troon. Hij veranderde op 13 maart 18
.. van de ene op de andere dag van mening en liet een groep onder leiding van de liberaal T
. een nieuwe g
. (= constitutie) maken. Voortaan had niet de koning maar het parlement de beslissende macht. E
In eerste instantie mochten alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden stemmen ( c
kiesrecht). De liberalen had onder deze groep veel aanhangers. Het grote ideaal van de Liberalen was vrijheid. De overheid moest zich zo
. mogelijk met de samenleving bemoeien.
Het grootste deel van de bevolking was echter arm en zij zagen meer in de ideeλn van de s
... Deze groep had als grote ideaal gelijkheid. Volgens hen moest de overheid zich juist wel met de samenleving bemoeien en de welvaart eerlijker verdelen.
Hoewel men het niet altijd eens was over de manier waarop een dergelijke ideaal bereikt zou moeten worden.
Een groep onder leiding van Ferdinand Domela
.
(S
D
Bond / 1881) was zo teleurgesteld in de mogelijkheden van de parlementaire democratie dat ook zij via een r
.
. van Nederland een socialistisch land wilden maken. E E
Een andere grotere groep wilde dat alle arbeiders k
.
..t zouden krijgen. Zij konden dan op socialisten stemmen en dan zou via de democratie de toestand van de arbeiders kunnen worden verbeterd. Deze groep splitste zich in 1894 af van de SDB en organiseerde zich in de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij onder leiding van P.J. T
..
.. Hoewel diezelfde Troelstra in 1918 een jaar nα de geslaagde Russische revolutie toch even dacht dat de revolutie ook in Nederland zou kunnen slagen. Deze mislukte poging tot revolutie staat bekend als de vergissing van Troelstra. E E
Naast de liberalen en socialisten was er nog een derde groep die zich roerde. Dat waren de rooms-katholieken en protestanten (oftewel de c
).
Zij zetten zich af tegen de in hen ogen ongelovige liberalen en socialisten. De protestantse leider Abraham K
richtte daarom in 1878 de eerste echte politieke partij van Nederland op de ARP: ( A
R
.P
..). E
De Confessionelen, liberalen en socialisten wilden hun eigen aanhang graag laten opgroeien met hun eigen ideeλn en idealen. Deze groepen gingen daarom naast hun eigen scholen en partijen ook hun eigen kranten, radio-omroepen, vakbonden en sportverenigingen oprichten. Deze scheiding die we in de geschiedenis
.. noemen heeft de Nederlandse samenleving een groot gedeelte van de 20e eeuw verdeeld. E E
In de 19e eeuw was Nederland nog geen echte democratie er zaten veel L
...
. in de Eerste en Tweede kamer. Dat kwam omdat alleen r
..
. mensen mochten stemmen. Steeds meer groepen streden echter voor de belangen van mensen die nog geen stemrecht hadden en waren dus vσσr uitbreiding van het kiesrecht.
De s
. wilden
.kiesrecht en hoopten zo op stemmen van de arbeiders. Daarna konden zij via het parlement met nieuwe wetten het lot van de arbeiders verbeteren.
de confessionelen (zij wilden alleen het mannenkiesrecht uitbreiden) hoopten op de stemmen van de ge
. om meer te kunnen doen voor de gelijkstelling van het openbaar en het b
. onderwijs. Deze ruzie over het wel of niet subsidiλren van de bijzondere scholen heette trouwens de
..strijd. E
Progressieve liberalen o.l.v. Aletta Jacobs kwamen op voor het
.kiesrecht.
Het feminisme (opkomen voor de rechten van de vrouw) heeft in Nederland twee golven gekend. Aletta Jacobs behoorde tot de 1e golf die aan het eind van de 19e eeuw vooral streed voor het vrouwenkiesrecht. E De spreekkamer van Aletta (2,40 min)
De situatie van de vrouw in Nederland ron 1900 (19 minuten)
Aletta Jacobs 2.3 min
De verschillende partijen sloten een compromis waarin de drie belangrijke conflictpunten werden geregeld (zie 1*,2*,3*). Hiervoor moest de grondwet worden gewijzigd. Dit historisch beroemde compromis staat bekend als de P
van 1917
De sociaal-democraten en liberalen steunden de confessionelen in de schoolstrijd
(1* gelijke bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs) en in ruil daarvoor stemden de confessionelen vσσr de invoering van het 2* algemeen k
Van algemeen kiesrecht is trouwens pas sprake sinds 1919. Vrouwen kregen in 1917 alleen het passieve kiesrecht (recht om g
.. te worden).
Pas in 1919 ook kwam daar het
kiesrecht (recht om te mogen kiezen) bij.
Toch waren de liberalen nog niet helemaal tevreden omdat ze inzagen dat de invoering van het algemeen mannenkiesrecht hen bij de handhaving van het districtenstelsel veel zetels zou kosten. Bij een districtenstelsel wordt er namelijk ιιn afgevaardigde van elk district naar de Kamer gestuurd. Deze afgevaardigde moet in zijn district de meeste stemmen halen. De liberalen zouden door de uitbreiding van het kiesrecht veel zetels verliezen omdat de nieuwe kiezers vooral arbeiders en kleine zelfstandigen waren. Deze zouden op de SDAP of de confessionelen stemmen waardoor de liberalen nog moeilijk nog een district in handen konden krijgen.
Bij een 3* stelsel van
.vertegenwoordiging hebben alle partijen een kans om in de Tweede Kamer te komen omdat elke stem telt. Om ook zeker te zijn van de steun van de liberalen werd bij de pacificatie van 1917 ook de liberale eis van evenredige vertegenwoordiging door de andere partijen ingewilligd.
!