65-70% Van de examenvragen gaan over de 3 historische contexten.
· Het Britse Rijk (1585-1900)
· Duitsland in Europa (1918-1991)
· Nederland (1948-2008)
De andere 30-35% gaat over de kenmerkende aspecten die niet in de historische contexten zijn opgenomen.
Via deze link krijg je een overzicht.
Bij een aantal kenmerkende aspecten staat een indicatie over de aard van de vragen!
Extra opdracht
Oefenentoets T502:
PowerPoint:
Oefening kenmerkende aspecten (nakijkblad)
Werken met je mobiel in de klas via Kahoot: